Terminaal, maar toch nog betalen voor sollicitatietips

Op 8 juni 2017, over deze onderwerpen: In de pers

Standpunt N-VA Ranst:

Dit kan toch niet, was onze reactie gisteren toen we het verhaal van Karine uit Emblem te horen kregen.
Johan De Ryck heeft onmiddellijk contact opgenomen met de federale parlementsleden van N-VA om dit te bespreken en een oplossing uit te werken. 

Volksvertegenwoordiger Wim Van der Donckt heeft onmiddellijk volgende mondelinge vraag ingediend bij de bevoegde minister Kris Peeters: "Zou de vigerende wetgeving niet moeten worden aangepast, zodat de ongelukkige situatie van een medische reden zonder uitzicht op een toekomstige job ook als een reden geldt om vrij te worden gesteld van een outplacementbegeleiding en dus van een verlies van vier weken ontslagvergoeding?"
N-VA hoopt dat de minister een wets- of KB-wijziging gaat doorvoeren om dit hiaat in de wetgeving op te lossen.

Gazet van Antwerpen/Metropool Zuid - 8 Juni 2017:

Karine (52) uit Emblem is kankerpatiënte. Het bedrijf waar ze werkte sluit. Ze moet vier weken ontslagvergoeding inleveren omdat ze outplacement zou moeten volgen, onder meer voor sollicitatietraining. Maar Karine is terminaal.
Eigenlijk zijn Karine Bastens en haar man Gert uit Emblem (Ranst) niet de personen die naar de krant stappen om iets aan te klagen, zeggen ze zelf bijna verontschuldigend. Maar Karines jongere broer was erg verontwaardigd toen hij de maatregel vernam en stuurde een mail.
“Ik begrijp hem wel, bij mij wringt het ook. Mijn rechtvaardigheidsgevoel zegt dat dit niet klopt”, vertelt Gert. “Pas op: wij maken niemand een verwijt. Noch Karines ex-werkgever, noch de RVA of dat outplacementbureau. Ik ben naar de vakbond gegaan. Die zegt dat de wet gewoon wordt toegepast. Toen de wet op outplacement werd gestemd, heeft de wetgever waarschijnlijk niet gedacht aan zwaar zieken zoals Karine en is er daarom nu een hiaat in de wetgeving.”
“Wij hopen dat de politici na onze getuigenis deze lacune aanpassen. Voor Karine zal het waarschijnlijk te laat zijn, maar misschien zijn anderen in een soortgelijke situatie erdoor geholpen. Karines ziekte heeft onze relatie niet kapot gekregen, maar sommige andere langdurig zieken komen wel alleen te staan. En dan maken vier weken extra ontslagvergoeding financieel een heel verschil.”
Van 14 jaar aan het werk
Karine was pas 14 jaar toen ze begon te werken bij een kartonnagebedrijf in Lier. “Ik heb er altijd graag gewerkt”, zegt ze. In 2003 - hun dochtertje was pas 2,5 - werd borstkanker geconstateerd bij Karine. “Een heel moeilijk jaar, maar ik ben genezen en heb nadien 8 jaar voltijds kunnen werken. Tot ik in 2011 opnieuw ziek werd. De kanker was teruggekomen. In 2012 begon ik opnieuw te werken, maar ik kreeg te veel pijn. Toen bleek dat er uitzaaiingen waren. Ik voelde meteen dat het anders was dan in 2003. Dit gevecht zou wel
eens te zwaar kunnen worden.”
“Sindsdien ga ik van therapie naar therapie. De goeie en slechte dagen wisselen elkaar af, maar de laatste tijd zijn er niet veel goeie dagen meer. De oncoloog stelde voor om de behandelingen te stoppen, maar ik wil nog doorgaan. Daarom krijg ik opnieuw chemo. Een mens blijft hopen op een opflakkering, maar het wordt zwaarder en zwaarder.”
Fabriekssluiting
Karine krijgt al een tijdje een uitkering, maar ze werd nooit ontslagen. Dat gebeurde pas recent, omdat de fabriek sluit. Het gaat dus om een collectief ontslag. Haar werkgever is verplicht om aan alle 45-plussers outplacement aan te bieden ter ondersteuning bij de zoektocht naar een nieuwe job. Hij mag hiervoor vier weken verbrekingsvergoeding inhouden.
“Normaal heeft Karine met haar 37 dienstjaren recht op 140 dagen en 13 weken ontslagvergoeding, maar ze heeft maar 140 dagen en 9 weken gekregen, door die afhouding voor haar outplacement. De wetgever voorziet wel in enkele uitzonderingscategorieën, zoals 58-plussers en gehandicapten van een beschutte werkplaats. Maar voor zwaar zieken is er geen ontheffing van outplacement.
De oncoloog heeft een bewijs bezorgd dat Karine niet in staat is om nog sollicitatietraining te volgen, laat staan om nog een nieuwe job te zoeken. Dat document hebben we afgegeven, maar volgens de vakbond is er niets aan te doen en is Karine die vier weken ontslagvergoeding sowieso kwijt voor haar heroriëntering op de arbeidsmarkt, ongeacht of ze palliatief is”, zegt Gert.
“Haar ex-werkgever heeft correct gehandeld, maar het is een hiaat in de wetgeving. Wij willen de aandacht vestigen op deze uitzonderlijke gevallen. Langdurig zieken die geen vooruitzicht hebben op beterschap, werden over het hoofd gezien.”
Karine knikt. “Ik zou veel liever gaan werken dan hier te zitten. Zo'n outplacement kan zeker interessant zijn. Maar ik ben er niets meer mee. Waarom moet ik dan een maand ontslagvergoeding, toch zo'n 2.000 euro bruto, laten vallen?”
Van kastje naar de muur
Het was gisteren niet gemakkelijk om iemand te vinden die commentaar wou geven. De verplichting om outplacement toe te kennen is een federale bevoegdheid, maar de organisatie zelf is regionaal. De RVA speelt de bal door naar Vlaams minister van Werk Philippe Muyters (N-VA), die ons doorverwijst naar de VDAB. De VDAB kaatst de bal door naar de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, omdat het een juridische aangelegenheid betreft. Maar ook hier worden we niet veel wijzer.
Uiteindelijk is het Miet Deckers, woordvoerder van federaal minister van Werk Kris Peeters (CD&V), die toch de tijd neemt om enkele diensten te raadplegen. Maar ze vindt ook niets specifieks terug over outplacement in het geval van langdurig ernstig zieken zoals uitbehandelde kankerpatiënten die geen uitzicht op werk meer hebben.
“Deze mensen worden normaal ook bijna nooit ontslagen, omdat ze niet kunnen worden ontslagen. Ik kan onmogelijk een uitspraak doen over het dossier van Karine, omdat het ook belangrijk is om te zien in welk bedrijf ze werkte en onder welk stelsel en dergelijke. Ze mag ons altijd haar dossier bezorgen zodat we alles kunnen nakijken.”
Kristin Matthyssen

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is