U bent hier
Gemeenteraadsbesluit is geen vodje papier
N-VA Ranst:
Eerstelijnszone Pallieterland
Het Vlaamse Gewest werd ingedeeld in 15 referentieregio’s. Ranst werd toegewezen aan de referentieregio Antwerpen. In het regiodecreet staat dat samenwerkingsverbanden moeten passen binnen de grenzen van de referentieregio. Het regiodecreet is vanaf 1 januari 2023 van toepassing.
Het is de Vlaamse minister van Welzijn en Volksgezondheid die een beleidsinitiatief moet nemen om het regelgevend kader voor onder andere de Eerstelijnszones aan te passen aan de regiovorming.
In de loop van 2023 verwachten wij een bevraging over de Eerstelijnszone van de bevoegde minister.
De “nieuwe” Eerstelijnszones gaan van start op 1 januari 2025.
In de gemeenteraad van 22 november 2021 heeft de voltallige gemeenteraad besloten dat wanneer het gemeentebestuur een vraag krijgt van de bevoegde Vlaamse minister of van het Agentschap Zorg en Gezondheid om een voorstel te doen over de afbakening van het werkingsgebied van de eerstelijnszone dan zal er een gemeenteraadscommissie georganiseerd worden waarin alle betrokkenen in dit dossier gehoord worden en vervolgens zal het antwoord op deze vraag ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd worden.
Voor N-VA is dit besluit geen vodje papier maar de oppositie wil haar eigen besluit niet respecteren.
Zij dienden een verzoek in voor een uitzonderingsmaatregel voor de indeling van de eerstelijnszone.
Artikel: Gazet van Antwerpen - 1/08/2022
Politieke manoeuvres rond eerstelijnszorg
Op de extra gemeenteraad afgelopen week in Ranst, waarbij de meerderheid voor één keer uitzonderlijk in de minderheid was omdat diverse raadsleden op vakantie waren, werd de vraag of Ranst tot de eerstelijnszone Pallieterland zou kunnen blijven behoren, goedgekeurd.
Door de nieuwe regiovorming zou Ranst niet langer behoren tot de eerstelijnszone Pallieterland van de regio Rivierenland. Ranst zou immers moeten toetreden tot een van de eerstelijnszones van de regio Antwerpen.
De Vlaamse regering kan echter voor een heel specifiek samenwerkingsverband, dus ook op het niveau van de eerstelijnszones, een afwijking toestaan indien de bevoegde minister daarvoor een gemotiveerd voorstel indient. De minister baseert zijn standpunt hiervoor op verschillende criteria waaronder de mening van de eerstelijnszone en van de betreffende gemeenten.
Grote onduidelijkheid
Op de gemeenteraad werd al enkele keren verteld dat Ranst die uitzondering had gevraagd, maar volgens oppositiepartij CD&V/WIJ bestond hierover grote onduidelijkheid. Om die onduidelijkheid weg te nemen, vroeg CD&V/WIJ de bespreking en een stemming op de vorige raadszitting in juni. Die vergadering werd echter vroegtijdig stopgezet, waardoor het punt niet behandeld werd. Op de extra gemeenteraad, aangevraagd door de oppositie, plaatste CD&V/WIJ het punt opnieuw op de agenda. De partij vroeg een stemming om de uitzondering aan te kunnen vragen. Het punt werd goedgekeurd.
“Te vroeg”
Burgemeester Johan De Ryck (N-VA) begrijpt de urgentie niet, omdat er nog geen formele vraag van minister voor Volksgezondheid Hilde Crevits (CD&V) is. “Wij hadden al een gemeenteraadscommissie over dit punt toegezegd, zodra de vraag van de minister er zou zijn. En dat dus ook de andere politieke partijen hierbij betrokken zouden worden. Als het zover is, willen wij alle zorgverstrekkers uit Ranst die betrokken zijn bij de eerstelijnszone, dus onder andere ook kinesisten, hun mening kennen. Over wat zij het beste vinden voor de inwoners. Dit nu zo beslissen zonder de mening van die mensen te kennen, vind ik niet correct, en gewoon te vroeg”, besluit De Ryck.
Na de zomervakantie zal in dit dossier nog een aardig woordje gedebatteerd worden, vooraleer hieromtrent een beslissing wordt genomen. (kma)
Kristin Matthyssen